AND THEY SPOKE IN ANTHEMS @ ARSCENE, HANSBEKE - 07/12/19

 

 

Artiest info
website  
facebook  

ARSCENE, HANSBEKE

 

door Antoine Légat

 

‘Platgewalst waren we door eerlijke songs, heerlijke arrangementen en briljante uitvoerders’

‘Raffinement’… Dat is het eerste wat voor de geest komt als je terugdenkt aan een concert van And They Spoke In Anthems. ‘Eclectisme’ is ook een trefwoord, want Arne Leurentop heeft subtiel en trefzeker zestig jaar pop- en rockhistorie verwerkt in zijn songs. We besparen u namen en invloeden, want ondanks de verwijzingen willen we daar gerust ook ‘weergaloos’ aan toevoegen want het eindresultaat is, nou, je weet wel: de allerindividueelste expressie van… Er is overigens nog één typerende factor, die mee het geheel definieert: er zit een sterke, meeslepende ‘emotieve kwaliteit’ aan deze muziek. Geen goedkope melancholie, geen navelstaren, maar een laagje vernis dat je nog het best kan vergelijken met de saudade uit de beste fado. Die emo is niet alleen te danken aan de aan de poëtische teksten schatplichtige composities, die momenten van zinderende spanning laten overgaan in reflectieve passages en omgekeerd, maar ook en niet in geringe mate aan Arnes prachtige stem en zegging.

Ooit maakte Arne Leurentop, naar Gent verkaste Antwerpenaar (ik beledig toch niemand?), mede het goeie weer bij uitstekende formaties als Sir Yes Sir en Dez Mona, en ook Liesa Van der aa, Ellen Schoenaerts en Helder konden op zijn diensten rekenen. Maar And They Spoke In Anthems (ATSIA) is zijn eigen ding. Tot niet zo lang geleden was dat live zelfs een solozaak. Maar de grotere complexiteit van zijn huidige werk vraagt om meer omkadering op het podium. Vandaar het trio. Zijn twee kompanen hebben andere outlets, wat het trio alleen maar verrijkt: Maarten Flamand is in één van zijn andere levens de gitaar- en elektronicahelft van The Antler King (waarin wederhelft Esther Lybeert zingt en drumt) Jan Dhaene speelt percussie en drums bij Ansatz Der Maschine. Het zijn twee bands die qua filosofie en benadering in het verlengde liggen van wat Arne Leurentop beoogt. Het zijn bovendien muzikanten met immense vaardigheid op hun instrumenten. Zoals Flamand tovert bij The Antler King, zo doet hij dat ook mutatis mutandis bij ATSIA. Jans ritmiek is doorgaans weinig spectaculair maar erg to the point en complexer dan het lijkt. Arne zelf schrijft en zingt, zoals gezegd, maar speelt ook elektrische gitaren en keyboards. Hij loopt die bovendien, samples die hij functioneel inzet: zo laat hij zijn stem uitgroeien tot een groots koor in de opener. Maar ook zijn gitaren jaagt hij op het juiste moment veelvoudig door de elektronica, een altijd even indrukwekkend en effectief proces.

De drie samen, dat is dan ook heel vaak magie, met onverhoedse klankkleuren en ritmes, de meerstemmige uithalen (die naar meer smaken), een grote melodische weelde en een gezonde onvoorspelbaarheid. Eigenlijk mag je daar nog een vierde musketier aan toevoegen, geluidsman Hans De Prins. Het trio heeft twee cd’s waarop dat kan beluisterd worden, ‘June’ (2014) en het iets donkerder, met veel schoon volk gemaakte ‘Money Time’ (begin 2019) Uitstekende platen met van kant tot kant verdomd fraaie, gevarieerde songs, in Rootstime en overal elders terecht en uitgebreid bejubeld. Op een podium komen er bij dit ruwe materiaal (‘ruw’ is hier wel een iets minder geslaagd woord) nog dimensies bij, en zo hoort dat. Leurentop is een prima gastheer, die zijn publiek fijntjes en humorvol onderhoudt. Visueel is het een attractief spektakel: daar zorgt vooral Maarten voor, met die rond hem uitgestalde technologische panoplie en de intense, opwindende manier waarmee hij zijn gitaren (voetbas, pedalen…) streelt of geselt. Bijwijlen bloedstollend!

Geografie is niet Arnes sterkste kant, om het zacht uit te drukken. Hum. Hansbeke, waar Arscene zich bevindt, situeerde hij ergens tussen Veurne en Poperinge, al was het hem opgevallen dat hij de geëxporteerde Hansbekenaar Maarten nog nooit West-Vlaams had horen ‘klappen’. Dat terwijl Hansbeke, sinds januari onderdeel van Deinze, gewoon buurgemeente is van Drongen, dus Gent. Hilariteit. Zo was het natuurlijk ook bedoeld: de stol in het hoenderhok. Die ‘vaststelling’ leidde dan ook tot een reeks opmerkingen over het thema, een rode draad doorheen het concert. Die lichtvoetigheid vormt een mooie antithese met de muziek, al is die zelf een toonbeeld van evenwicht. Leurentop citeerde in twee maal zeven nummers vooral uit ‘Money Time’, wat te verwachten viel: ‘Soul Of Man’, ‘Message From The Future’ (waarin Jan even de keys bespeelt en een hoogst aangenaam mellotron geluid opdiept, wat dan weer herinneringen aan de sixties oproept: zo zit deze muziek vol subtiele verwijzingen en details), een sterk gezongen ‘Money Time’, het impressionante ‘Light & Distance’, dat uitgroeit tot een heus… anthem, een onvervalste hymne, die iets heeft van (mogen we het zeggen?) de Fab Four. Toch ook een flinke streep ‘June’ via ‘Oh My God’ en ‘Kathleen’.

Het einde van elke set was bijzonder: het eerste deel eindigde met Arne solo die ‘One Wish’ bracht, een schattige maar niet melige song, die hij schreef voor zijn oudste dochter. Na het felle ‘Hollow Parade’’, waarin de hele band zijn duivels en nog een paar gevallen engelen ontbindt, sluit Arne af met het verstilde ‘Always Alone’, dat meteen geldt als bisnummer. Het sluit ‘Money Time’ af en zoals we het te horen kregen in Arscene, hoefde er inderdaad niets anders achter te komen. Veredelde afsluiter van een groots concert. And They Spoke In Anthems: het heeft even geduurd voor ook wij ze ‘ontdekten’, maar laat is beter dan nooit. Platgewalst waren we, niet door decibels, technoflash of bling bling, maar door eerlijke songs, heerlijke arrangementen en briljante uitvoerders.

Antoine Légat.

Foto's © Els Denaeghel